Van november tot maart zijn de meeste planten in rust en is er geen beweging van sappen door de wortels, takken en bladeren. Dit is het moment waarop je zaailingen en stekken kunt oogsten en verplanten zonder dat ze er veel last van hebben. De verzamelde zaailingen kun je direct doorplanten op de nieuwe locatie of inkuilen tot het vroege voorjaar. Dat maakt niet veel uit, de planten zijn immers in rust. Stekken kunnen de hele rustperiode worden verzameld, als ze maar voor voor eind maart geplant worden. Dat komen de sapstromen op gang.

Bij droog of zonnig weer is het belangrijk dat de wortels niet lang in de buitenlucht zijn waar ze uitdrogen. Hou de jonge boompjes zoveel mogelijk in de schaduw, en zorg dat ze nog diezelfde dag zijn geplant op de nieuwe locatie, of dat ze worden ingekuild. Lees hier meer over de hele methode.

MEERGroen beheert 150 hectare aan natuurgebied en 'oogst' bomen als onderdeel van regulier natuurbeheer.

Het begint met een oogstlocatie

Let op: het is niet toegestaan om in natuurgebieden zomaar zaailingen of stekken te verzamelen, of wel oogsten. Hiervoor is toe- en afstemming nodig van de terreinbeheerder.  Zij weten immers welke soorten gewenst zijn op bepaalde locaties en welke juist niet. Terreinbeheerders bepalen waar er geoogst kan en mag worden: bijvoorbeeld binnen 2 meter van het pad, of juist op de hei, of ze willen een bepaalde soort uitdunnen. In je eigen tuin, valt natuurlijk wel met toestemming te oogsten en stekken. Kijk hier welke soorten we allemaal kunnen gebruiken.

Schrijf je lokale boswachter of gemeente groenbeheerder aan voor een oogstlocatie in je buurt. Je kan hiervoor de onderstaande flyer gebruiken.

Ik heb een oogstlocatie

Jij bent beheerder of hebt toestemming van de beheerder om te oogsten?

Wil jij aan de slag met bomen oogsten?

Vanaf november, als de jonge boompjes en struiken hun blad kwijt zijn, is het mogelijk om zaailingen te oogsten. Sommigen kun je gewoon met de hand uit de grond trekken, anderen worden met de schep losgemaakt. Het belangrijkste is dat de wortels in tact blijven! Iedereen kan meedoen. Help jij ons boompjes een tweede kans te geven? 

Vind je het leuk zelf een oogstdag te organiseren? Dan zoeken wij jou als oogstbegeleider! Meld je aan als vrijwilliger en vink aan: oogstbegeleider. Een oogstbegeleider verzamelt en neemt de benodigde materialen mee, begeleidt de vrijwilligers, kan de winterkenmerken herkennen van (een aantal) soorten herkennen. Ook zijn er cursussen en materialen om steeds meer te leren en buiten bezig te blijven. Op naar de miljoen bomen!

ik ga oogsten

Als oogster/planter of organiseer je eigen dagen!

Met de bomenplanner worden vrijwilligers, oogstbegeleiders en  oogstlocaties gekoppeld om aan de slag te gaan. Ook laat je hier weten waar je zaailingen naartoe zijn gegaan. Heel belangrijk! 

oogsten in eigen tuin

Iedere boom maakt honderden zaailingen en iedere struik kan gestekt worden. Ben je bezig in de tuin? Gooi je zaailing of stek niet weg, maar doneer je zaailing!

HOE ZIET EEN OOGSTDAG ER UIT?

Zaailingen oogsten en winterstekken

Je start de dag met scheppen, een vlag, kruiwagens, touw, labels, een stift en een schriftje. Met de terreinbeheerder is afgesproken waar er geoogst mag worden. Boompjes van 50 tot 200 cm scheppen of trekken we er met droge wortel uit. Gaten worden gedicht en we laten alles netjes achter. Soorten goed voor de biodiversiteit laten we staan.

Sommige soorten bomen en struiken zijn heel gemakkelijk te oogsten en te vermenigvuldigen. Van die soorten kun je gewoon takken afzagen en in de grond zetten en die gaan dan spontaan wortelen.   Dat geldt bv voor alle soorten wilgen en populieren.  Maar ook de vlier, druiven en de vijg.

Bij wilgen en populieren heten de stokken ‘slieten’.  Takken van 1 tot 3 m lang worden liefst 40-60 cm diep in vochtige grond gestoken. Doe dat niet in meteen in november en liefst pas in februari of maart, want dan bestaat het risico dat schimmels het hout aan tasten. Als de sap stoom op gang komt in het voorjaar is dit risico stukken minder.

Klik hier voor een knoppenkaart. Hier zie je de winterkenmerken van de pakweg 35 meest geoogste soorten. Of scroll door naar de playlist van boswachters die vertellen hoe je bomen herkent, zodat jij ze kan sorteren. 

Welke bomen oogst je nu? Hoor het van de bedenker: Franke van der Laan.

Previous slide
Next slide

Zaailingen sorten en bundelen

Na de lunch is het handig om alvast te gaan sorteren. Alle soorten moeten in bundeltjes van 20 of 50 zaailingen worden gebonden met een label er aan. Zo weten bomenhubs en plantlocaties wat ze krijgen. 

Tip van actieve oogstbegeleiders: het is handig om van te voren een steeketiketje neer te leggen met de soortnaam en een voorbeeldzaailing. Zo kan iedereen helpen met het sorteren van zaailingen op soort. Je legt je geoogste zaailingen neer bij het steeketiketje met de voorbeeldzaailing die er hetzelfde uitziet. 

Winterkenmerken

4 Videos

Let op, heb je invasieve exoten geoogst? Zoals Amerikaanse Vogelkers of Japanse Duizendknoop. Dat is geweldig voor het gebied, maar deel deze dan niet uit! Overleg met de boswachter waar je deze het beste kan laten. Soms kan je wel een takkenril van maken. Bekijk ook hier een video over hoe je een takkenril maakt. Zo draagt het toch nog bij aan de biodiversiteit. 

Zaailingen inkuilen of uitdelen!

Na het oogsten en sorteren moeten de bomen ergens heen. Via de bomenplanner kunnen plantlocaties het direct van de oogstlocatie op te halen.

Maar vaak gaat het naar een hub in de buurt. Soms hebben hubs een aanhanger en kunnen ze het komen halen, ook zijn er genoeg vrijwilligers die aan hebben geeven een aanhanger te leen te hebben, of als chauffeur een ritje wil doen. 

Geoogste zaailingen moeten met de wortel helemaal met aarde bedekt zijn. Bewaar de geoogste stekken / takken met hun dikke eind in een sloot. Daar begint dan al de wortel vorming en blijven ze fris en levend.

Dit geldt ook voor vlier, vijg en druiventakken. Wij snoeien deze soorten meestal pas tussen half februari en half maart en knippen ze op ca 60 cm lengte.  Vlier en druiven kunnen dan 20-30 cm diep (een paar knopen diep) in de grond gestoken worden en lopen dan in het voor jaar uit. Vijgentakken moeten bijna geheel in de grond gestoken worden en lopen in de loop van de zomer uit na wortelvorming. 

Wat ook vaak gebeurd is dat een oogstlocatie óók een hub is. Je trekt een geul aan de zijkant van het park, en je hebt een hub. Meer weten over hubs? 

leer meer over bomenhubs

De plek om geoogste zaailingen te bewaren en uit te delen
Meergroen bewaarde in een sloot in Hoofddorp duizenden wilgentakken van vele verschillende soorten om in het voorjaar weg te geven en uit te planten.