Wat te doen met die exotische bomen?!

De ene boomsoort doet het beter dan de ander. Sommige boomsoorten doen het op bepaalde plekken zelfs té goed. Dat is niet de bedoeling! Meer Bomen Nu let er scherp op dat bomen die niet thuishoren in een bepaalde regio en die ‘invasief’ zijn, niet worden uitgedeeld en geplant. We leggen je op deze pagina uit welke boomsoorten we onderscheiden en waarom we deze juist wel of niet uitdelen.

Typen bomen die we onderscheiden

We onderscheiden verschillende typen bomen aan de hand van hun herkomst en hun ‘gedrag’: hoort een boom thuis in een bepaald gebied, ja of nee? Heeft een boom de neiging om andere soorten te overwoekeren? We spreken van inheemse en uitheemse soorten, van autochtone bomen en exoten. Ingewikkeld? Dat valt wel mee. Hieronder helpen we je om door de bomen het bos te zien 🧐

Inheemse boomsoorten

‘Inheems’ wil zeggen dat een bepaalde soort (bomen, struiken of andere planten en dieren) van nature in Nederland voorkomt. Als een boom afstamt van voorouders in Nederland, dan is die boom naast inheems ook autochtoon. Wanneer je een beukennootje uit Frankrijk in je tuin plant, is het daaruit groeiende boompje niet autochtoon. Dat beukje behoort wel tot de inheemse soort “Beuk”. Alle autochtone bomen zijn dus inheems, maar niet alle inheemse bomen zijn autochtoon.

Omdat autochtone en ‘geïmporteerde’ beuken tot dezelfde soort behoren, komen de meeste eigenschappen overeen. Zodoende kunnen alle beuken na aanplant doorgaans goed in Nederland leven. Ook vervullen ze ongeveer dezelfde rol voor inheemse insecten of paddenstoelen. Soms zijn er wél belangrijke verschillen en is de waarde van geïmporteerde bomen voor de biodiversiteit lager. Zo bloeien sleedoorns uit Zuid-Europa al in maart, wanneer er bij ons soms nog weinig insecten actief zijn. Autochtone sleedoorn bloeit in april. Dit is gunstiger voor insecten.

 

Autochtone bomen

Deze term gaat niet over soorten, maar over individuele bomen. Autochtonen zijn planten of dieren die afstammen van de natuurlijke populaties, zoals die zich na de laatste IJstijd spontaan in Nederland hebben gevormd. Nederland was in deze IJstijd een poolwoestijn zonder bomen of struiken. De voorouders van de autochtone Nederlandse bomen zijn na de IJstijd geleidelijk teruggekeerd. Deze populaties hebben zich aangepast aan de Nederlandse omstandigheden en biodiversiteit. Zodoende leven er veel soorten (zoals insecten en paddenstoelen) op deze bomen en struiken.

Doordat de natuurlijke bossen in Nederland allemaal zijn gekapt, zijn er weinig autochtone bomen en struiken over. Het is meestal niet te zien of een boom autochtoon is of niet. Uit historische bronnen of genetisch onderzoek is wel af te leiden waar autochtone bomen kunnen staan. Op plekken die niet helemaal zijn gekapt staan nog autochtone exemplaren in oude hagen, houtwallen en kleine bosschages. Slechts 3% van alle bos in Nederland is autochtoon. Een aantal terreinbeherende organisaties (TBO’s) werken nu met deze historische populaties om het percentage autochtone bossen uit te breiden.

Uitheemse boomsoorten

Uitheemse soorten zijn soorten die van nature niet in Nederland voorkomen. Ze komen van origine uit andere delen in de wereld. Voorbeeld hiervan is de kokospalm. Als een kokospalm op het strand wordt geplant, verandert daar niets aan. Deze soort kan simpelweg niet overleven en kan zich niet vestigen. Pas wanneer een soort zich vestigt in de Nederlandse natuur wordt deze “exoot” genoemd.

Exoten

Exoten zijn uitheemse soorten die Nederland niet op eigen kracht kunnen bereiken, maar door menselijk handelen (transport, infrastructuur) hier in de natuur terecht zijn gekomen of dat in de nabije toekomst naar verwachting zullen doen.

Soorten die Nederland op eigen kracht bereiken vanuit hun natuurlijke verspreidingsgebied, bijvoorbeeld door klimaatverandering, zijn geen exoten. Soorten die voor 1500 geïntroduceerd zijn en zich sindsdien gehandhaafd hebben, worden niet als exoot beschouwd. Dit geldt bijvoorbeeld voor soorten die door de Romeinen zijn binnengebracht, zoals tamme kastanje en walnoot.

Invasieve exoten

Invasief noem je een soort die door menselijk handelen in de Nederlandse natuur is terechtgekomen, die hier goed kan leven en zich daarnaast zo succesvol voortplant dat de populatie gestaag uitbreidt over een groter gebied. Sommige invasieve exoten zal bijna niemand opmerken. Anderen kunnen een bedreiging vormen voor de inheemse biodiversiteit, landbouw of volksgezondheid.

Het is vaak moeilijk te voorspellen welke exoten invasief zullen worden. Het komt juist bij bomen en struiken regelmatig voor dat een exoot zich eerst nauwelijks uitbreidt, om vervolgens een eeuw later alsnog invasief te worden.

Nadelen en voordelen van exoten

Exoten nemen ruimte in. Energie uit zonlicht kan maar één keer worden omgezet. Energie voor exoten betekent minder energie voor inheemse bomen en struiken. Ook profiteren insecten en paddenstoelen minder van een exoot. Dit kan ten koste gaan van het aantal ecologische verbindingen en veerkracht van het ecosysteem. Bloembezoekers lijken onbekende bloemen vrij gemakkelijk te accepteren (nectar is nectar), maar bladeters zoals rupsen hebben vaak moeite met onbekend blad. Ten slotte kunnen exoten het ecosysteem veranderen met brede effecten. Robinia bindt extra stikstof, waardoor brandnetels de ondergroei gaan domineren. 

Exoten kunnen ook voordelen hebben. Diezelfde Robinia levert hardhout van een hoge kwaliteit. Ook zijn boeren en agroforestry projecten blij met stikstofbinders; dat helpt de strategisch geplante omringende vegetatie. De meeste boom- en plantsoorten waarvan wij eten zijn uitheemse bomen. Zo hebben veel uitheemse planten en bomen een rol in een duurzaam voedselsysteem en duurzame bouw. 

Na eeuwen of langer zullen steeds meer inheemse insecten en schimmels zich aanpassen en uiteindelijk wordt de exoot opgenomen in het ecosysteem. De kans is groot dat het ecosysteem daardoor ingrijpend verandert.

Wat te doen met die exotische bomen?!

Wat te doen met exoten

Inheemse soorten delen we met Meer Bomen Nu naar hartenlust uit. Maar wat doe je met uitheemse boompjes als je die toch oogst of krijgt? Er is veel discussie over exoten en er zijn voor- en tegenstanders. Meer Bomen Nu kiest hierin geen partij, maar we vinden het wel belangrijk verstandig om te gaan met exoten.

Risico’s

Uitheemse soorten zijn niet allemaal even gevaarlijk. Hoe dichter hun oorspronkelijke ecosysteem ligt bij de onze, hoe meer natuurlijke vijanden ze hier hebben en hoe kleiner de risico’s op bijvoorbeeld invasief of verdringend gedrag. De ecologie houdt zich niet aan landsgrenzen, die inherent politiek zijn, dus de afbakeningen van soorten die hier wel of niet ‘horen’ zijn altijd ten dele kunstmatig.

Zodoende zullen soorten die uit (Zuid-)Europa komen minder snel een groot probleem zijn. Let vooral op soorten die niet uit Europa komen. Het klimaat van Oost-Azië of Noord-Amerika is vergelijkbaar met dat van Noord-Europa, maar deze gebieden zijn al miljoenen jaren gescheiden. Bomen uit die gebieden kunnen prima in ons klimaat groeien, maar de symbioses en natuurlijke vijanden zijn bij ons deels afwezig. Hoe goed deze soorten het in ons ecosysteem doen is lastig te voorspellen en het kan zijn dat ze invasief worden.

Wil je weten welke soorten er inheems of uitheems zijn? Deze filter kan je aanzetten in de bomenvinder

Welke bomen oogsten we en delen we uit?

Voor het oogsten en uitdelen hanteert Meer Bomen Nu de volgende uitgangspunten:

  • Bij het oogsten, uitdelen en planten ligt de focus op inheemse soorten. Deze zijn het beste voor de biodiversiteit.
  • Soms oogst je toch uitheemse soorten. Bijvoorbeeld omdat deze 1 meter van het pad staan en anders worden gemaaid. Deze uitheemse soorten geef je een veilige plek op een plantlocatie waar de aanplant wordt beheerd, zoals een voedselbos of achtertuin.
  • Maak indien mogelijk onderscheid tussen uitheemse soorten: zijn ze Europees of niet-Europees? Het is niet per definitie zo dat niet- Europese zich invasief zullen gedragen, maar er is wel minder over bekend – en daarmee is het risico hoger. Je kunt ervoor kiezen om deze soorten als invasief te behandelen.
  • Let op, heb je invasieve exoten geoogst? Zoals Amerikaanse Vogelkers of Japanse Duizendknoop? Dat is geweldig voor het gebied, maar deel invasieve exoten niet uit! Overleg met de boswachter waar je deze het beste kunt laten. Soms kun je er wel een takkenril van maken.

De takkenril

Bomen en struiken die je niet wilt uitdelen, kun je soms verwerken in een takkenril. Zo draagt het toch nog bij aan de biodiversiteit!