Heggen en hagen zijn sinds 2000 v.Chr. onderdeel van ons landschap. Ze keerden het vee en beschermden het erf tegen wilde dieren. Sinds de komst van prikkeldraad zijn heggen en hagen als veekering niet meer nodig. Maar liefst 90% van de heggen en hagen is inmiddels verdwenen uit ons landschap. De landbouw werd ook steeds efficiënter. En dit alles is funest voor onze biodiversiteit! Heggen en hagen bieden namelijk veel waarde in het landschap. Het is tijd om weer meer heggen en hagen aan te planten!
De namen haag of heg worden vaak door elkaar gebruikt. Ze hebben eigenlijk dezelfde betekenis, namelijk een omheining van struiken.
Het verschil zit hem dus vooral in de functie, de beplanting en het onderhoud.
Je kan verschillende heggen en hagen planten. Het ligt er vooral aan waar je de heg of haag voor wilt gebruiken. Uiteindelijk bestaat de juiste heg niet, maar zeker wel de best passende. De passende heg is een heg die de tuin of je land verrijkt en tegelijkertijd zijn doel vervult. Bescherming tegen inkijk, voedselbron voor insecten of snelgroeiend: elk type heg heeft zijn pluspunten. Kies de soorten voor je heg uit via www.meerbomen.nu/bomenvinder
Veel van onze bomen en struiken zijn uitermate geschikt voor een agroforestry project; i.e. een kruising tussen bos en voedselproductie. Ook heggen en hagen kunnen hier een rol in spelen.
Neem ook een kijkje op de website van Stichting Hoopheggen! Een geweldige partner-stichting boordevol kennis en aanvullend plantgoed.
Bekijk ook eens de website van Stichting Heg en Landschap. Een waardevolle kennisbank over heggen.
De ene heg of haag is de andere niet. Je kan kiezen uit verschillende types: Een gemengde haag (1), een groenblijvende haag (2), een zichtdichte haag (3) en een bloeihaag (4). Je hebt natuurlijk ook nog de voederhaag waarmee je je vee kan voeren. Deze behandelen we als apart planttype. In deze sectie leer je over deze verschillende types en hoe ze aan te planten.
Dit word ook wel een struweelhaag genoemd.
Deze haag is het meest interessant voor de biodiversiteit aangezien je verschillende soorten plant. Kies voor inheemse planten, omdat die veel meer verschillende insecten ondersteunen die in ons landschap wonen. En daarmee lokken ze weer meer vogels en egels om een groot deel van die insecten weer op te eten.
Veel verschillende soorten mengen is aan te raden. Kies bijvoorbeeld een sterke basis van Meidoorn, Spaanse aak, Haagbeuk of Beuk. Dit zijn planten die snel en dicht groeien, en dus zorgen voor een mooie zichtdichte haag.
Plant er allerlei andere soorten doorheen om meer insecten, vogels en andere dieren aan te trekken. Denk bijvoorbeeld aan Vlier, Sporkehout, Gele kornoelje, Wilde liguster, Hondsroos, Sleedoorn en Wilde kardinaalsmuts. Deze planten groeien wat langzamer en minder dicht. Hoe meer soorten je plant, hoe meer verschillende soorten leven je ondersteunt, hoe groter de kans op een natuurlijke ecologische balans en een gezonde haag.
Gemengde hagen zijn in het begin onderhoudsarm en vragen om extensief beheer. Dat betekent dat je gemiddeld een natuurlijke haag 1 keer per 3-5 jaar snoeit. Minder snoeien betekent namelijk meer biodiversiteit. Wanneer je je gemengde haag wilt snoeien is het belangrijk dat je het juiste seizoen kiest. Vaak kun je dit het beste doen aan het einde van de winter of begin van de lente. Wanneer je snoeit hangt af van wanneer de soorten bloeien in je haag.
Voorjaarsbloeiers (zoals Forsythia, Meidoorn en Sleedoorn): Deze bloeien op hout dat het vorige jaar is gegroeid. Snoei deze heggen na de bloei in het late voorjaar of vroege zomer. Snoei je te laat in het seizoen of vlak voor de winter, dan haal je de bloemknoppen weg die nodig zijn voor de bloei in het volgende jaar.
Zomerbloeiers (zoals Liguster, Vlinderstruik en sommige soorten lavendel): Deze bloeien op nieuw hout dat in hetzelfde seizoen groeit. Je kunt deze heggen in het vroege voorjaar snoeien, omdat dit de groei van nieuwe takken stimuleert die later in het jaar bloemen zullen dragen.
Wanneer welk soorten bloeien kan je vinden in onze bomenencyclopedie.
Veel mensen willen een haag jaarrond zichtdicht hebben. Wintergroene planten zijn daarvoor natuurlijk perfect. Maar ze hebben ook nadelen. Helaas zijn er weinig inheemse wintergroene planten. Dus als je de biodiversiteit wilt ondersteunen met je haag én je wilt perse wintergroen, dan heb je weinig keuze. Eigenlijk heb je dan alleen keuze uit Hulst (mooi, geschikt als haagplant, goed voor vogels, maar nare stekels), Taxus en Jeneverbes (beide groeien langzaam). De Liguster kan ook een optie zijn. Hij is eigenlijk niet wintergroen, maar in Nederland houdt hij bijna iedere winter zijn bladeren vast. Als het heel koud wordt, kan het wel zijn dat hij zijn bladeren verliest. Vooral de haagliguster (Ligustrum ovalifolium) is heel compact, maar als je er zeker van wilt zijn dat de haag ook ’s winters groen is, is de wintergroene liguster ‘Atrovirens’ (Ligustrum vulgare ‘Atrovirens’) een betere keuze.
Wil je perse wintergroen en kies je uitheems, dan kun je bijvoorbeeld gaan voor Portugese laurier, Japanse hulst, Laurier, Glansmispel, Kardinaalsmuts (de niet- wilde soorten) of Olijfwilg of allerlei coniferen soorten zoals de Thuja. Vaak zijn ze best mooi (dat is smaak natuurlijk), maar is de ecologische waarde klein(er).
Coniferen zijn meestal geschikt als een haag voor privacy. Ze groeien snel, verliezen hun naalden of bladeren niet en worden dicht en erg hoog. De meeste soorten zijn ook winterhard en gemakkelijk te verzorgen. Je moet ze wel regelmatig water geven en oppassen dat je tijdens het snoeien niet terugsnoeit tot op het oude hout.
Kies bij een groenblijvende zichtdichte haag voor een plantafstand van 50 centimeter, oftewel 2 planten per lopende meter. En plant aan de hand van de gewenste breedte 1 of 2 rijen. Je hebt bij aanplant de keuze uit zig-zag of recht.
Wil je wel een zichtdichte haag en hoeft hij niet perse groen te blijven dan kun je voor een beukenhaag kiezen. Zowel de Gewone beuk (Fagus sylvatica) als de Rode beuk (Fagus sylvatica ‘Atropurpurea’) groeit tussen de 30 en de 60 centimeter per jaar en vertakt behoorlijk dicht. In het najaar drogen de bladeren van deze haagplanten uit en worden ze bruin, maar als het niet te koud wordt, blijven ze gewoon aan de beukenhaag hangen totdat ze plaats moeten maken voor nieuwe bladeren. Let daarvoor wel op dat de standplaats van de beukenhaag niet te winderig is, want dan is de kans op bladverlies veel groter.
Andere mooie opties voor haagplanten die snel zichtdicht groeien zijn Veldesdoorn en Haagbeuken.
Eigenlijk gelden voor de aanplant van een zichtdichte haag dezelfde opties als voor een groenblijvende haag die hierboven staat vermeld.
Zorg voor een plantafstand van 50 centimeter, oftewel 2 planten per lopende meter. En plant aan de hand van de gewenste breedte 1 of 2 rijen. Je hebt bij aanplant de keuze uit zig-zag of recht.
Een bloeihaag is een haag die bestaat uit bloeiende struiken en planten, die naast hun functie als afscheiding ook een decoratieve en ecologische waarde hebben. Bloeiende hagen trekken vaak insecten, zoals bijen en vlinders, aan door hun bloemen en kunnen ook bessen produceren die vogels aantrekken. Een haag als deze zorgt dus niet alleen voor privacy en beschutting, maar draagt ook bij aan de biodiversiteit in de tuin of omgeving.
Enkele veel gebruikte planten voor bloeiende hagen zijn:
Bij een bloeihaag plant je eerst een aantal meter van één soort, en dan de volgende aantal meter plant je de volgende soort, enzovoorts. Op deze manier kunnen snelgroeiende soorten die je hebt uitgekozen voor je haag, minder snel de langzamere soorten overgroeien. Stel je hebt een haag van 100 meter, dan zou je elke 10 meter van soort kunnen wisselen indien je 10 soorten hebt uitgekozen voor je bloeihaag. De bloeihaag krijgt ook zijn naam omdat er met de om-en-om wisseling van soorten er altijd wel een stukje van de haag in bloei staat. We raden je aan om een plantafstand van zo’n 2 tot 4 planten per lopende meter aan te houden afhankelijk van hoe dicht de haag moet zijn.
Omdat je de soorten om-en-om plant is de bloeihaag onderhoudsarm. Je hoeft niet op te letten dat de ene soort de andere niet overwoekert.
De snoeitijd is afhankelijk van de bloeiperiode.
Voorjaarsbloeiers, zoals Sleedoorn en Meidoorn, moeten direct na de bloei worden gesnoeid, meestal in het late voorjaar of begin zomer. Hierdoor kunnen ze nieuwe scheuten aanmaken die het volgende jaar weer bloeien.
Zomer- en najaarsbloeiers, zoals de Vlinderstruik, worden het beste in het vroege voorjaar gesnoeid. Dit bevordert een sterke groei en bloei in de zomer.
Verwijder dode, beschadigde of kruisende takken om lucht en licht in de haag te bevorderen, wat de gezondheid van de planten verbetert. Gebruik soms ook lichte vormsnoei om de haag compact te houden, maar voorkom te rigoureuze snoei, vooral bij planten die bloemen op oude hout vormen.
Aanplanten kan van oktober tot maart, maar niet als het vriest, de grond verzadigd is met water of er hevige winden zijn.
Hoe plant ik een struweelhaag, ofwel gemengde haag 👇
Bekijk hieronder de instructie video om een haag aan te planten.
Bekijk een plantgoed toolkit van de provincie Antwerpen met diverse brochures over heggen en hagen in alle vormen en maten.
Bekijk een interessante webinar over heggen 👇
In de wereld van heggen en hagen heb je verschillende beheermogelijkheden. Dit betreft voornamelijk hoe vaak je de heg snoeit en of je de keuze maakt de heg of haag te vlechten.
Alle snoei-werkzaamheden kunnen het beste worden uitgevoerd in de periode herfst tot vroeg voorjaar: oktober tot medio februari. Als je aan ‘zomersnoei’ doet, is het belangrijk dit ná de langste dag in juni te doen.
Nadat de haag is aangeplant moet je snoeien. Het eerste jaar na de aanplant of reeds tijdens de aanplant kan men de planten terugzetten tot op 15 cm. Hierdoor vertakken ze laag tegen de grond. Dit doe je niet bij naaldbomen, hier snoei je de hoofdas pas af als hij de gewenste hoogte heeft. De volgende jaren snoei je ze kort om een dichte haag te krijgen. Grassen en andere planten die de jonge aanplant verstikken moet je verwijderen. Bloeiende struiken worden slechts licht gesnoeid. Zomerbloeiers snoei je in de winter, lentebloeiers pas na de bloei. Het snoeien van de haag gebeurt bij bladverliezende soorten zoals Beuk en Haagbeuk, eenmaal in de vroege zomer en éénmaal in de late herfst.
Snelgroeiende haagplanten zoals liguster kan je best 3 maal per jaar snoeien. Dit om te vermijden dat ze een kale stamvoet krijgen door lichtgebrek. Om lichtgebrek te voorkomen snoei je in een kegelvorm, zoals de letter A, maar dan met een afgeronde of platte top. Het snoeien kan je het beste niet uitvoeren vóór de maand juni. Zo houd je optimaal rekening met broedende vogels. Voor de natuur zijn brede en oude hagen het nuttigst. Dus snoei de hagen niet te smal als je daar tenminste de plaats voor hebt.
Hagen waar bramen of rozen in klimmen bieden extra beschutting voor vogels. Bramen zorgen ook voor lekkere vruchten, zowel voor de vogels als voor de tuin eigenaar.
Je hebt nodig: handgereedschap kan je goed gebruiken om beheer uit te voeren. Zoals (gemotoriseerde)heggenschaar en kniptang. Bij snelle groei en meerderjarig hout kan dat evenwel zwaar werk zijn.
Bij de tweede optie snoei je maar één keer in de 6 tot 8 jaar. Je haag of heg wordt dan wat wilder en het snoeien zal wat vaker machinaal gebeuren. Je kan kiezen om de haag in aan A-vorm te snoeien óf helemaal terug te zetten en een nieuwe cyclus aan te gaan.
Je hebt nodig: het gebruik van een motorzaag is een optie, maar is wel zwaar en onprettig werk. Het soort machine dat voor beheer wordt gebruikt, is in principe dat van een takkenschaar of meervoudige cirkelzaag. Verder is het belangrijk dat alle machines een ‘schoon en nette’ snede heeft.
Bij optie 3 laat je de haag zeer groot worden. Bij deze keuze passen er ook goed overstaanders bij: (knot)bomen die groot kunnen worden. Je haag of heg wordt dan wat wilder en het snoeien zal wat vaker machinaal gebeuren. Je kan kiezen om de haag in aan A-vorm te snoeien, óf helemaal terug te zetten en een nieuwe cyclus aan te gaan.
Je hebt nodig: het gebruik van een motorzaag is een optie, maar is wel zwaar en onprettig werk, zéker bij cyclus 3. Het soort machine dat voor beheer wordt gebruikt, is in principe dat van een takkenschaar of meervoudige cirkelzaag. Verder is het belangrijk dat alle machines een ‘schoon en nette’ snede heeft.
Voor algemene informatie over hoe je één boom plant ga naar de Planthandleiding.
Hoe en wanneer snoei je een haag? Lees hier meer over op de website van Groen bij van ons.
Hoe te snoeien? 👇
Beheer-cyclici👇
De snoei-vorm: A-vorm 👇
Een presentatie van Wim van Weersch van Heg & Landschap. Lees er alles over de beheer cyclus.
We plaatsen cookies om deze site te optimaliseren. Data over hoe je deze site gebruikt wordt geanonimiseerd opgeslagen. Weigeren van bepaalde cookies kan functionaliteit van deze site beïnvloeden.