Jouw tuin is veel meer dan alleen een groene oase voor jezelf – het is een waardevolle bijdrage aan de natuur. Door slimme keuzes in beplanting en het creëren van een gevarieerd ecosysteem, kan jouw tuin een voedselbron en schuilplaats voor vogels, insecten en andere dieren worden. Van het bevorderen van biodiversiteit tot het filteren van regenwater, jouw tuin heeft de potentie om de natuur te ondersteunen, zelfs in de stad. Lees hier hoe jij jouw tuin kunt laten bijdragen aan een gezondere planeet!
Biodiversiteit: Tuinen kunnen een habitat bieden voor verschillende plant- en diersoorten, inclusief bijen, vlinders, vogels, en andere nuttige insecten. Door het aanplanten van verschillende bloemen, struiken en bomen kunnen tuinen een breed scala aan ecosystemen ondersteunen en bijdragen aan de biodiversiteit.
Groenblauwe infrastructuur: Tuinen spelen een rol in het verbeteren van de waterhuishouding in stedelijke gebieden. Planten nemen water op, waardoor de afvoer van regenwater wordt vertraagd en overstromingen kunnen worden voorkomen. Tuinen helpen ook bij het filteren van luchtverontreiniging en verminderen de warmte-eilanden in steden door de temperatuur te reguleren.
Mentaal welzijn: Het hebben van een tuin of tijd doorbrengen in een tuin heeft positieve effecten op de mentale gezondheid. Tuinieren kan stress verminderen, ontspanning bevorderen en gevoelens van voldoening en verbinding met de natuur verhogen.
Fysieke gezondheid: Tuinieren is een activiteit die zowel lichte lichaamsbeweging als frisse lucht biedt, wat gunstig is voor de fysieke gezondheid. Het kan helpen bij het verbeteren van de fysieke fitheid, het versterken van de spieren, en het bevorderen van de motorische vaardigheden, vooral voor ouderen. Daarom noemen we het oogsten en planten van bomen bij Meer Bomen Nu ook wel Ecofitness.
Gezonde voeding: Tuinen kunnen een bron van verse, zelfgekweekt voedsel bieden. Het kweken van je eigen groenten en fruit bevordert een gezonder dieet, omdat het vaak resulteert in het eten van meer groenten en minder bewerkte producten.
Gemeenschapsvorming: Tuinen kunnen ook een gemeenschapsfunctie vervullen. Denk aan moestuinen of gemeenschappelijke tuinen, waar buurtbewoners samenwerken om voedsel te verbouwen. Dit bevordert sociale interactie en kan een gevoel van gemeenschapszin en verbondenheid versterken.
Educatie en leren: Tuinen kunnen een belangrijke rol spelen in onderwijs. Ze kunnen gebruikt worden als educatieve ruimtes voor kinderen en volwassenen om meer te leren over planten, biodiversiteit, en milieubewustzijn. Scholen, buurthuizen en gemeenschappen kunnen profiteren van het gebruik van tuinen als lesomgeving
Tuinen dragen bij aan de verfraaiing van onze omgeving. Ze bieden visuele schoonheid en kunnen een gevoel van rust en harmonie brengen. Dit is niet alleen goed voor de bewoners van het huis, maar ook voor mensen die door de buurt wandelen.
Waarde van onroerend goed: Een goed onderhouden tuin kan de waarde van een woning verhogen. Tuinen dragen bij aan de aantrekkelijkheid van een huis, zowel voor bewoners als voor potentiële kopers.
Zelfvoorziening: Tuinen kunnen bijdragen aan zelfvoorziening door het verbouwen van voedsel, waardoor de kosten voor boodschappen kunnen worden verlaagd.
Temperatuurregulatie: Tuinen kunnen bijdragen aan een milder klimaat in stedelijke gebieden. Planten absorberen zonlicht en zorgen voor schaduw, wat kan helpen de lokale temperatuur te verlagen en het effect van het stedelijke hitte-eiland te verminderen.
CO2-opslag: Planten in tuinen helpen de lucht te zuiveren door kooldioxide (CO2) op te nemen en zuurstof af te geven.
De ene tuin is de andere niet. Zoals je hierboven hebt gelezen kan je tuin tal van doelen hebben. Wat voor soort tuin zou je willen? Heb je een kleine achtertuin? Dan wil je bijvoorbeeld letten op welke soorten niet te groot worden voor je tuin. Of wil je misschien een streektuin om juist bij te dragen aan de biodiversiteit?
Lees dan vooral verder!
Van iedere tuin kan je een streektuin maken om bij te dragen aan de biodiversiteit en verbinding van natuur. Maak van jouw tuin een biodiversiteitshotspot oftewel een unieke stapsteen; een stapsteen voor vogels, vlinders en bijen, loopkevers, kikkers, egels en wilde planten.
Het initiatief streektuinen heeft voor elk van de 26 streken in Nederland een advies ontwikkeld voor je tuin. Specifieke planten en soorten die specifieke soorten bij jou in de buurt ondersteunen.
Dat vinden wij natuurlijk prachtig! Als je daarom je advies genereert via de bomenvinder, krijgen streek-eigen soorten extra punten, zodat ze hoger op de rangschikking komen. Zo kan je een deel van de streekeigen struiken-soorten bijvoorbeeld bij Meer Bomen Nu ophalen.
Wil je kijken naar het tuin-advies voor jouw streek?
Heb je een kleine tuin? Dan wil je waarschijnlijk gaan voor kleinblijvende soorten zoals Gewone vlier, Meidoorn, Sleedoorn, of Hazelaar. Of een soort die je goed kan knotten of snoeien zodat deze klein blijft, zoals een Wilg of een Veldesdoorn. Als je bij de bomenvinder aanvinkt dat je een kleine achtertuin hebt worden grote bomen eruit gefilterd, kijk in de encyclopedie welke bomen je goed kan snoeien of knotten!
Heb je een grote tuin, dan hoef je minder rekening te houden met de grootte van je boom. Maar je kan juist wél wat extra’s doen. Bekijk eens of een gemengde haag iets voor je is, of leg een bloemenweide aan, ontwikkel een wadi en duik in het natuurijk tuinieren!
Al wil je een wilde tuin vol biodiversiteit: more is less! Laat de natuur vooral zijn werk doen. Toch zal je af en toe moeten snoeien en maaien, lees hieronder hoe dat moet! Heb je flink gesnoeid of gerooid? Vergeet dan niet ook jouw plantmateriaal een tweede leven te geven via meerbomen.nu/doneereenzaailing
Snoeien kan je om verschillende redenen doen:
Veel boomsoorten zijn goed te snoeien. Ondanks dat ze groot worden kan je er dus wel voor zorgen dat de boom in je tuin blijft passen door te snoeien.
Let op! Iedere soort heeft een andere snoeiperiode. Bekijk in onze bomen-encyclopedie wanneer welke soort het best gesnoeid kan worden.
Over het algemeen kan je de meeste bomen en struiken snoeien tussen 1 oktober en 28 februari. Als je bomen in de winter snoeit, doe dit dan op een droge en vorstvrije dag.
Sommige soorten kan je ook voor onderhoudssnoei in de zomer snoeien. De wonden genezen dan ook beter. Doe dit het liefst op een droge, bewolkte en wat koelere dag.
Wanneer je een boom of struik kan snoeien hangt ook vooral af of het een voorjaar- of zomerbloeier is.
Voorjaarsbloeiers (zoals Forsythia, Meidoorn en Sleedoorn): Deze bloeien op hout dat het vorige jaar is gegroeid. Snoei deze heggen na de bloei in het late voorjaar of vroege zomer. Snoei je te laat in het seizoen of vlak voor de winter, dan haal je de bloemknoppen weg die nodig zijn voor de bloei in het volgende jaar.
Zomerbloeiers (zoals Liguster, Vlinderstruik en sommige soorten lavendel): Deze bloeien op nieuw hout dat in hetzelfde seizoen groeit. Je kunt deze heggen in het vroege voorjaar snoeien, omdat dit de groei van nieuwe takken stimuleert die later in het jaar bloemen zullen dragen.
Vanaf augustus tot het moment van verkleuring mag je bomen echter niet meer snoeien. In die periode transporteren bomen namelijk belangrijke voedingsstoffen van de bladeren naar de wortels. Als je te veel snoeit, verzwakt de boom.
Het snoeien van bomen is een flinke klus die niet geheel zonder gevaren is. Hoe groter de boom, hoe gevaarlijker het bomen snoeien wordt. Wil je zeker weten dat deze klus veilig en op de juiste wijze wordt uitgevoerd? Dan is het aan te raden om het
Je hoeft hier vaak geen zaadmengsels voor te verspreiden. Zorg ook dat je het maaisel afvoert, dan verschraal je de bodem en komen er steeds meer kruiden, bloemen en insecten. Zelfs graslandpaddenstoelen kunnen dan tevoorschijn komen. Door mossen te laten groeien versnel je hun komst alleen maar.
Maai tijdens het maaien niet al het gras weg en laat een stuk staan, zodat daar bloemen zaad kunnen zetten. Ook kan dat stuk dan dienen als vluchtplek voor de talrijke insecten die nu in jouw waardevolle gazon huizen. Ook egels en vogels zoals huismussen en goudvinken houden van de beschutting van langer gras.
En gebruik vooral ook geen chemische onkruidverdelgers, kalk of meststoffen. Zonder meststoffen zal het gras trager groeien, waardoor je minder moet maaien. Bovendien zullen er meer bloemen in komen, waardoor je op termijn nog minder moet maaien.
Ga altijd in de herfst aan de slag. Zowel voor snoeien, rooien, maaien als planten. Dan is de natuur in rust en kan je ermee in de weer. Als ze druk bezig zijn met groeien en bloeien, kan je de planten beter niet storen!
We plaatsen cookies om deze site te optimaliseren. Data over hoe je deze site gebruikt wordt geanonimiseerd opgeslagen. Weigeren van bepaalde cookies kan functionaliteit van deze site beïnvloeden.